In een 1000 meter waar ‘heel wat gekke dingen’ gebeurden, greep Snel voor het eerst in zijn carrière een World Cup-ticket. De voormalig Nederlands kampioen sprint verbeterde in de zevende rit zijn persoonlijke record (1.08,09), maar kon op dat moment nog niet vermoeden dat zijn tijd goed zou zijn voor een plek bij de eerste vijf.

Dat kwam mede omdat de 20-jarige Tim Prins in de zesde rit een razendsnelle tijd (1.07,96) had gerealiseerd. "Toen ik over de streep kwam, baalde ik dat ik niet onder de tijd van Tim was gedoken. Aangezien er nog heel wat snelle gasten na mij kwamen, dacht ik dat ik zeker op de eerste plek had moeten staan om nog een kans te maken."

Op het middenterrein hield Snel de wedstrijd in de gaten en zag hij hoe de één na de ander zich stukbeet op zijn tijd. Een lelijke valpartij van Kai Verbij zorgde halverwege de wedstrijd voor enig oponthoud. "Vervelend voor Kai en superjammer voor de wedstrijd", aldus Snel. "Maar zulke dingen horen erbij. Ook als er vertraging is, moet je er staan."

Nadat ook Thomas Krol en Hein Otterspeer niet aan de tijd van Snel kwamen, wist hij dat hij als tweede Nederlander een World Cup-ticket op de 1000 meter had veroverd. "Dit had ik niet verwacht. Natuurlijk had ik het voordeel dat ik voor die valpartij zat, maar het is ook niet zo dat ik een slechte tijd reed. In de laatste binnenbocht zakte ik bijna door mijn benen heen, maar verder was het een goede rit."

Snel ziet naar eigen zeggen veel verschillen met vorig jaar, toen hij voortdurend op zoek was naar zijn (oude) vorm. "Ik heb het gevoel dat ik nu door een muur heen kan knallen, terwijl ik vorig jaar tegen een plafond aan zat. Op deze manier schaatst het een stuk lekkerder. Ik wist altijd wel dat het erin zat, omdat ik het eerder heb gedaan. Als het er dan uitkomt, is dat top."