Rijpma-de Jong greep tijdens het World Cup Kwalificatietoernooi in Heerenveen nog naast een startbewijs voor de 3000 meter, maar mocht dankzij afmeldingen alsnog aan de start verschijnen. In haar rit tegen Joy Beune liet de wereldkampioene van 2021 meteen haar intenties zien. De rijdster van Team Jumbo-Visma trok meteen ten aanval en probeerde afstand te nemen van Beune, die halverwege de race de leiding overnam.

De twee maakten er een fraai gevecht van, maar dankzij een uiterste krachtsinspanning bleef Rijpma-de Jong haar jongere landgenote nipt voor. "Ik dacht: Joy start hard, dus dan moet ik zelf ook goed starten. Als je het niet probeert, weet je het ook niet", keek Rijpma-de Jong terug op haar rit. "Ik was tijdens de race nog een beetje zoekende, maar desalniettemin kon ik er wel een mooie race van maken."

Rijpma-de Jong, die zaterdag zilver pakte op de 1500 meter, erkende dat ze de rit op vechtlust had gewonnen. "Zelf ging ik kapot, maar zij ook. Op het einde dacht ik alleen maar: ik zal er alles aan doen om in de binnenbocht onderdoor te komen. Ik wilde niet opgeven en gewoon door blijven rijden. Ik ben blij dat ik kon vechten en het af heb kunnen maken." Ragne Wiklund was met 4.01,88 de snelste van de dag.

Reina Anema was eerder op de dag de snelste in de B-groep. De 30-jarige Friezin, die zaterdag een bronzen medaille veroverde op de Team Pursuit, was met een tijd van 4.09,78 ruim twee seconden sneller dan de nummer twee, Mia Kilburg-Manganello.