Leerdam klokte op het ijs van Thialf een veel snellere tijd dan een week geleden, toen ze met een tijd van 1.15,61 al haar concurrentes het nakijken gaf. Dat ze er ook in Heerenveen met de overwinning vandoor zou gaan, was volgens haar niet zo vanzelfsprekend. "Ik was dinsdag tijdens de training gevallen. In eerste instantie dacht ik dat het wel meeviel, maar m’n rug bleek achteraf heel stijf", aldus Leerdam, die na haar val ook het ‘hele gevoel’ met haar ijzers was kwijtgeraakt.

"Ik voelde het gewoon niet de afgelopen dagen. Mijn hele timing was weg en dat maakte me best wel gestresst. Ik wilde heel graag aan Thialf laten zien dat ik de beste ben op de 1000 meter en dan gebeurt er zoiets. Heel vervelend." Ondanks de tegenslag bleef Leerdam positief en ging ze er in haar rit tegen Min-Sun Kim als een speer vandoor. Met een tijd van 1.13,77 mocht ze haar derde wereldbekeroverwinning uit haar carrière bijschrijven.

"Eigenlijk was dit een soort test voor mij. Ook als er iets heel vervelends gebeurt, moet ik erop vertrouwen dat ik sterk genoeg ben. Mijn bochten waren heel slecht, maar zelfs als ik technisch geen goede rit rijd, kan het alsnog hard gaan. Dat geeft vertrouwen." Leerdam denkt zaterdag tijdens de 1500 meter op nieuwe messen te schaatsen. "Ik voel het gewoon niet meer op deze, dus dan kan ik beter een risico nemen. Op hoop van zegen", besluit ze.

Antoinette Rijpma-de Jong viel op de kilometer net buiten het podium. De 27-jarige Friezin noteerde in de laatste rit een tijd van 1.14,74 en kwam twee tienden tekort voor een podiumplaats. Voor Rijpma-de Jong, die vorige week als vijfde eindigde met een tijd van 1.16,94, was de vierde plek haar beste prestatie van dit wereldbekerseizoen.