Leerdam verloor sinds de Olympische Spelen van Beijing geen enkele 1000 meter en boekte sindsdien achttien overwinningen op de afstand waar ze twee keer wereldkampioen werd. De negentiende zege kwam er echter niet, aangezien Leerdam niet verder kwam dan een tijd van 1.14,88. Daarmee moest ze Miho Takagi (1.14,44) en Kimi Goetz (1.14,45) voor zich dulden.

"Het is jammer dat ik niet voor de negentiende keer op rij heb gewonnen, maar het is niet te doen om een heel seizoen met het mes op de keel te rijden. Wat ik heb gepresteerd, heeft nog nooit iemand gedaan, dus wat dat betreft ben ik heel trots op mijzelf", aldus Leerdam, die zich naar eigen zeggen niet helemaal top voelde. "Het is wat het is, de andere meiden waren vandaag gewoon beter."

Vorig seizoen won Leerdam alle zes de wereldbekerwedstrijden en de 1000 meters bij de EK sprint en nationale kampioenschappen. Ook veroverde ze aan het einde van het seizoen voor de tweede keer in haar carrière de wereldtitel op de kilometer. "Ik kan veel beter dan dit. Aan het eind van het seizoen ga ik dat zeker laten zien." Antoinette Rijpma-de Jong eindigde met 1.15,67 op de vijfde plaats.

Op de 500 meter voor mannen kwam Merijn Scheperkamp niet in de buurt van het podium. De regerend Nederlands kampioen, die vrijdag op twee duizendsten een bronzen medaille misliep, eindigde met een tijd van 35,25 op de twaalfde plaats. Kai Verbij was met 35,09 de beste Nederlander én Europeaan. De 29-jarige sprinter kwam al vroeg in actie en zag veel rijders zich stukbijten op zijn tijd.

Het leverde uiteindelijk de zevende tijd op. "Ik zit nog best dicht op het podium", constateerde een tevreden Verbij na afloop van zijn rit. Vorige week degradeerde Verbij, die nog altijd kampt met de naweeën van een val tijdens het WCKT, naar de B-groep. "Het rondje voelde goed en qua pijn ging het veel beter dan vorige week. Er zit een stijgende lijn in en daar ben ik heel erg blij mee."