De derde dag van de Italiaanse rittenkoers begon voor Team Jumbo-Visma slecht met een val van Tom Gloag vlak na de start. De onfortuinlijke Brit moest naar het ziekenhuis met een wond aan het scheenbeen.

De scherprechter in de etappe van 140 kilometer was de beklimming van de Monte Cavallo, een beklimming die deels onverhard is en deels bestaat uit kasseien. Het was echter de beklimming naar Tessello die uiteindelijk voor een definitieve afscheiding zorgde. Een drietal renners reed ervandoor, om vervolgens niet meer ingehaald te worden. Op het Velodrome in Forlí sprintte Vader uiteindelijk naar een achtste plaats. Staune-Mittet en Graat finishten eveneens in de top twintig.

Ploegleider Robert Wagner zag zijn team gedurende de gehele etappe postvatten aan het front. “Het was wederom een hele lastige rit vandaag, net als de eerste twee etappes. De mannen hebben goed gereden. Ze hebben gestreden voor wat ze waard zijn. In het begin kregen we te maken met een grote domper vanwege het uitvallen van Tom. We lieten ons echter niet uit het veld slaan en pakten de draad al snel weer op. Het was de hele dag volle bak, maar op de laatste klim brak de koers helemaal open. De drie sterksten reden daar weg. Helaas konden onze mannen net niet volgen. Johannes, Tijmen en Vader handhaafden zich in de groep daarachter. Het is heel knap hoe deze talentvolle ploeg zich hier op het hoogste niveau handhaaft. Niet alleen de prestaties, maar ook met het mentale aspect zit het deze week wel snor. Daar zijn wij als ploegleiding blij mee. Morgen gaan we er weer tegenaan”, kijkt Wagner vooruit.