Kars, jij neemt voor de vijfde keer deel aan een NK allround. Hoe kijk jij tegen zo'n wedstrijd aan?
"Een NK is altijd belangrijk, al is het voor mij niet de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Dat wil echter niet zeggen dat ik komend weekend anders aan de start sta. De spanning staat er zeker op en ik ben net zo gemotiveerd als bij andere toernooien."

Wat zijn jouw verwachtingen voor dit NK?
"Aangezien ik me het hele jaar gefocust heb op de 5 en 10 kilometer weet ik niet zo goed wat ik ervan kan verwachten. Normaal gesproken zou je zeggen dat ik wat tijd ga verliezen op de 500 meter, maar als ik de schade kan beperken en twee goede lange afstanden rijd, weet je natuurlijk nooit wat er mogelijk is."

Kun jij als langeafstandsspecialist wel genieten van een allroundtoernooi?
"Het leukste is om te doen waar je goed in bent en als je na één afstand gelijk in de achtervolging moet, is dat natuurlijk minder leuk. Wat ik heel mooi vind aan een vierkamp is dat verschillende type rijders het tegen elkaar moeten opnemen. Dat geeft weer een andere dynamiek."

Het seizoen zit er voor jou na het NK nagenoeg op. Hoe kijk jij terug op je seizoen?
"Ik vind dat ik heel tevreden mag zijn over wat ik eruit heb gehaald. Aan het begin van het seizoen had ik mezelf als doel gesteld om de World Cups in te gaan, maar een paar weken voor de NK afstanden raakte mijn arm uit de kom, waardoor ik wist dat dat een heel lastig verhaal ging worden. Gelukkig was ik op tijd fit voor het NK, al was het gezien de omstandigheden ergens wel logisch dat ik me niet rechtstreeks voor de World Cups plaatste. Uiteindelijk mocht ik door de afmelding van Sven Kramer toch nog drie World Cups rijden."

Je hebt meegedaan aan de World Cups in Stavanger, Salt Lake City en Calgary. Wat is het gevoel dat je aan deze wedstrijden hebt overgehouden?
"Ik heb daar laten zien dat ik het internationale niveau aankan. Bij de World Cup in Salt Lake City mocht ik voor het eerst meedoen in de A-groep en het lukte me meteen om op de 5 kilometer in de top tien te eindigen. Dat gaf me veel zelfvertrouwen en het geloof dat ik, als ik er nog een klein stapje bij zet, ook internationaal mee kan doen om de bovenste plekken."

Tijdens het olympisch kwalificatietoernooi eindigde je als zesde op de 5 kilometer en als vijfde op de 10 kilometer. Was het een grote teleurstelling dat je plaatsing voor de Olympische Spelen misliep?
"Ik wist van tevoren dat ik een uitschieter nodig had en dat de anderen steekjes moesten laten vallen om kans te maken op de Spelen. Dat gebeurde niet, maar achteraf ben ik zeker niet ontevreden over mijn races. Op de 5 kilometer reed ik gewoon een goede, strakke rit en kon ik mezelf niks verwijten. De 10 kilometer was ook prima, al kon ik mezelf daar wel iets verwijten. In de slotronde bleek ik namelijk nog een seconde te kunnen versnellen, terwijl ik dacht dat mijn benen leeg waren."

Waar heb je de afgelopen maanden de meeste voldoening uitgehaald?
"Ik ben vooral heel blij dat ik wedstrijd na wedstrijd een stabiel niveau heb laten zien en dat het geen toevalstreffers waren. Voorgaande jaren was ik vaak te wisselvallig; dit seizoen heb ik geleerd om op het goede moment uitgerust te zijn en goed te blijven schaatsen. Dat biedt perspectief."

Naast het langebaanschaatsen heb je dit seizoen ook aan vier marathons meegedaan, waarvan het NK op 1 januari er een was. Hoe kijk je terug op deze wedstrijden?
"Met gemengde gevoelens. Bij sommige marathons heb ik goed werk kunnen verrichten, maar het NK viel me daarentegen rauw op m'n dak. Hoe fit je ook bent, het is niet zo dat je daar zomaar even meedoet en meteen het verschil kunt maken."

Merk je een groot verschil tussen langebaanschaatsen en marathonschaatsen?
"Het is wel even andere koek, ja. Ik ben vroeger twee jaar fulltime marathonschaatser geweest, dus op zich weet ik wel hoe het spelletje werkt. Aan de andere kant kun je niet zeggen dat ik heel ervaren ben, want de meeste marathonschaatsers rijden al wel wat langer dan twee jaar mee."

Met welk doel rijd jij een marathon?
"Als ik aan de start van een marathonwedstrijd sta, is het mijn intentie om goed mee te doen en met de ploeg de overwinning binnen te slepen. Natuurlijk is het mooi meegenomen dat je er sterker van wordt, maar tijdens de wedstrijd gaat er geen moment door m'n hoofd dat ik aan het trainen ben."