Het olympisch kwalificatietoernooi, dat op zondag 26 december begon en op donderdag 30 december eindigde, stond voor de meeste schaatsers in het teken van plaatsing voor de Olympische Spelen. Omdat Nederland nog maar negen schaatsers per sekse naar de Spelen mag sturen, stond de druk er in een leeg Thialf vol op. Toch weerhield dat de schaatsers van Team Jumbo-Visma er niet van om hard te schaatsen.

Antoinette de Jong veroverde de meeste startbewijzen namens het team. De 26-jarige Friezin verraste op de eerste dag van het kwalificatietoernooi met een tweede plek op de 1000 meter en stelde een dag later een startbewijs voor de drie kilometer veilig. Het derde ticket bemachtigde ze woensdag dankzij de winnende tijd op de 1500 meter. "Mijn toernooi had niet beter kunnen verlopen", zei een blije De Jong, die zich op mag maken voor haar derde Spelen.

Thomas Krol, Kai Verbij en Patrick Roest sleepten alle drie twee tickets in de wacht. Roest, die vier jaar geleden olympisch zilver behaalde op de 1500 meter, won op overtuigende wijze de vijf kilometer en had aan een degelijke 10.000 meter genoeg om ook een ticket voor de langste afstand te bemachtigen. Op de 1500 meter kwam hij net tekort. "Ik ben blij dat ik twee tickets heb, maar de vijf kilometer is de belangrijkste afstand voor mij", zei Roest.

Net als Roest plaatste ook Verbij zich voor zijn tweede Olympische Spelen. De 27-jarige sprinter stelde dankzij zijn tweede plek op de 1000 meter ook een startbewijs voor de 500 meter veilig. Op die afstand werd Verbij namelijk derde, waardoor hij in Beijing beide afstanden mag rijden. "Ik ben opgelucht dat het gelukt is. Na maandag stond ik nog met lege handen en een paar dagen later heb ik twee startbewijzen binnengehaald. Dat is heel erg fijn."

Krol plaatste zich voor het eerst in zijn carrière voor de Olympische Spelen. De 29-jarige sprinter, die vier jaar geleden zijn plek aan Verbij moest afstaan, won de 1000 meter dankzij de tweede tijd ooit in Thialf gereden en stelde een dag later ook een ticket voor de 1500 meter veilig. "Deze keer heb ik hem dubbel en dwars verdiend", zei een tevreden Krol.

Een olympisch ticket was er ook voor Carlijn Achtereekte. De 31-jarige Lettelse plaatste zich met een minimaal verschil (het verschil met de nummer vier was één honderdste van een seconde) voor de drie kilometer, de afstand waarop ze vier jaar geleden haar grootste succes behaalde. "Als olympisch kampioen wil je wel kans hebben om je titel te kunnen verdedigen, dus gelukkig kan ik die strijd nu aangaan", zei een opgeluchte Achtereekte.

Merijn Scheperkamp zorgde misschien wel voor de grootste verrassing van het toernooi. De 21-jarige sprinter van de opleidingsploeg van Team Jumbo-Visma zette na twee omlopen van de 500 meter de snelste tijd neer en verzekerde zich daarmee van zijn eerste Olympische Spelen. "Ik kan het niet beseffen, ik had niet verwacht dat het nu al zou lukken. Ik zei altijd: als ik het nu niet haal, dan komt er over vier jaar wel weer een nieuwe kans", aldus een blije Scheperkamp.

Sven Kramer en Marcel Bosker hebben van de selectiecommissie langebaan van de KNSB een aanwijsplek gekregen. Kramer, die op de eerste dag van het toernooi als derde eindigde op de vijf kilometer, werd door bondscoach Jan Coopmans aangewezen voor de Team Pursuit en de Mass Start. De 35-jarige Fries krijgt daardoor de kans om voor de vijfde achtereenvolgende keer olympisch kampioen te worden. "Ik ben een blij mens", zei de regerend olympisch kampioen op de 5000 meter.

Marcel Bosker slaagde er bij het OKT niet in om zich individueel voor een afstand te plaatsen, maar doordat bondscoach Coopmans hem een belangrijke waarde vindt voor de Team Pursuit werd hij alsnog aan de selectie toegevoegd. Door de aanwijsplekken van Kramer en Bosker is er in de olympische ploeg geen plaats meer voor Tijmen Snel en Dai Dai N'tab, die zich respectievelijk voor de 1500 en 500 meter hadden gekwalificeerd en dus in de prestatiematrix stonden.

Antoinette de Jong (1000, 1500, 3000 meter en Team Pursuit)
Carlijn Achtereekte (3000 meter)
Kai Verbij (500 en 1000 meter)
Marcel Bosker (1500 meter en Team Pursuit)
Merijn Scheperkamp (500 meter)
Patrick Roest (5000, 10.000 meter en Team Pursuit)
Sven Kramer (5000 meter, Team Pursuit en Mass Start)
Thomas Krol (500, 1000 en 1500 meter)