"Na twee seizoenen kan je concluderen dat het Development Team een meerwaarde is", zegt Jac Orie, technisch directeur van de schaatsploeg. "We hebben een omgeving gecreëerd waarin neo-senioren zich kunnen verbeteren én de aansluiting kunnen vinden met de nationale top. We zijn dan ook vastbesloten om hiermee door te gaan en nieuwe jonge schaatsers de kans te geven deze route bij ons te bewandelen."

Sinds het ontstaan van de commerciële schaatsteams is het voor rijders (financieel) meer interessant geworden om hun carrière langer voort te zetten. Dat heeft tot gevolg dat het gat tussen de ervaren wereldtopper en jong talent groter werd. "Neem de 1000 meter als voorbeeld. Daar rijdt een Thomas Krol in Thialf een 1.07 terwijl jongens van achttien jaar in de 1.11 rijden", zegt Orie. "Ga er maar aanstaan om dat gat van vier seconden te dichten. Daar moet je tijd voor krijgen."

En die tijd is er niet altijd bij commerciële teams waar de sponsors vurig hopen op topprestaties en daarmee zichtbaarheid. Daardoor dreigen vele jonge schaatsers na hun juniorentijd geen contract te krijgen bij een topteam, waarna ze eerder geneigd zijn om te kiezen voor een maatschappelijke loopbaan. "Maar een schaatser die op zijn achttiende nog geen wereldkampioen junioren is, kan nog steeds de potentie hebben om olympisch kampioen te worden", aldus Orie. "Alleen, dan moet hij of zij wel de juiste begeleiding én tijd krijgen."

Daarom richtte Team Jumbo-Visma in 2019 het Development Team op. Deze eerste commerciële opleidingsploeg kreeg na constructieve gesprekken met technisch directeur Remy de Wit een plek in het licentiesysteem van schaatsbond KNSB. "Ik ben blij dat ons Development Team inmiddels een vaste waarde in de schaatswereld is geworden, zodat de moeite die wij én de KNSB destijds hebben genomen, niet voor niets zijn geweest’’, zegt Orie.

Jordy van Workum, Robin Groot, Joost van Dobbenburgh en Serge Yoro reden allemaal meerdere persoonlijke records en kropen dichter naar de nationale seniorentop. Dat deed Tijmen Snel ook en daarnaast baarde hij opzien door bij het WKKT op de 1000 meter een tijd van 1.08,48 te noteren. Ook Merijn Scheperkamp dook bij die wedstrijd knap onder 1.09 (1.08,71), maar het was dankzij zijn rappe race op de 500 meter (35,10) dat hij enkele weken later zijn World Cup-debuut mocht maken.

"Ik voel mij erg thuis in het team", zegt Scheperkamp. "Zowel bij het Development Team als bij de hoofdploeg. Daarnaast is het trainen met mannen van de wereldtop en begeleiding van het hoogste niveau. En daar ligt het fundament voor mijn progressie de afgelopen 2 jaar."

Omdat hoofdsponsors als Jumbo en Visma talentontwikkeling hoog op de agenda hebben staan, wordt het project ook intern enthousiast omarmd. "Het Development Team zal in de toekomst een belangrijke pijler van het schaatsteam blijven", weet Orie. "In mijn optiek is het een must voor de verdere ontwikkeling van de schaatssport, aangezien we hiermee zoveel mogelijk potentiële wereldtoppers een plek kunnen geven. En als ik kijk wat we in korte tijd, onder leiding van Janmaat, hebben neergezet, ben ik daar best trots op."