Roest schreef zaterdag op de Olympic Oval de 5000 meter op zijn naam. De 23-jarige allrounder deed dat in een persoonlijk record van 6.08,27 (was 6.08,98). Sven Kramer (6.08,83) eindigde als tweede op de afstand en de Noor Sverre Lunde Pedersen werd derde: 6.10,10. Douwe de Vries, de derde rijder van Team Jumbo-Visma, finishte als vierde: 6.12,72.

Eerder op de dag was Roest als tweede geëindigd op de 500 meter. De regerend wereldkampioen klokte ook op die afstand een persoonlijk record van 35,74. Daarmee dook hij bijna een halve seconde onder zijn vorige toptijd van 36,27. Kramer (36,41) en De Vries (36,46) werden respectievelijk negende en tiende.

Door zijn sterke eerste dag gaat Roest zondag met een voorsprong van 0,88 seconde op Pedersen van start op de 1500 meter. Ploeggenoot Kramer volgt op iets meer dan twee seconden (2,18) op plek drie en De Vries staat vierde op 3,50.

"Ik kan niet meer dan tevreden zijn over deze eerste dag", sprak klassementsleider Roest na afloop. "Ik wilde niet te gek van start gaan op de 5000 meter, omdat ik de rit van Sverre had gezien en die kreeg het de laatste twee rondjes heel zwaar. Ik wilde mijn race slimmer rijden dan tijdens de WK afstanden in Inzell. Dat is gelukt. Voor een allroundtoernooi is dit een hele goede vijf kilometer."

"Er kan morgen nog een heleboel gebeuren. Uit ervaring kan ik zeggen dat Sverre een hele goede 1500 meter kan rijden. Dat hebben we in Inzell gezien. Ik weet natuurlijk niet hoe snel Sverre gaat herstellen van deze rit. Ik sta er in ieder geval heel mooi voor. Ik vind het een mooi toernooi. Allrounden is het mooiste wat er is."

Kramer baalde na de eerste dag vooral van zijn mindere 500 meter, de afstand waarop hij negende werd. "Op die afstand heb ik eigenlijk te veel tijd verloren. Ik had niet het idee dat ik in slechte doen was, maar ik reed een mindere 500 meter. Met name mijn start was niet zo goed. Dat kan niet met deze concurrentie en in een allroundtoernooi."

"Ik had zeker geen 35’er gereden, maar wel een lage 36’er. Maar als telt niet in topsport. Zo simpel is het. Hij was gewoon niet goed. De vijf kilometer was wel goed, maar je pakt niet even een paar seconden. Daarvoor zijn Patrick en Pedersen te goed. Ik heb gereden voor wat ik waard ben, had geen streep harder gekund. Dit is wat het is."

De Jong eindigde op haar favoriete afstand, de 3000 meter, op een tweede plaats. De regerend Europees kampioene allround klokte een tijd van 3.58,25, maar zag in dezelfde rit de Tsjechische Martina Sáblíkova een wereldrecord noteren: 3.53,31 (was 3.53,34 van Cindy Klassen). Olympisch kampioen Achtereekte werd vierde op de afstand in 3.58,70.

Eerder op de dag hadden de beiden rijdsters van Team Jumbo-Visma op de 500 meter een persoonlijk record genoteerd. De Jong eindigde als derde met een tijd van 38,52 (PR was 38,93) en Achtereekte klokte 39,25 (was 39,32). Daarmee werd ze twaalfde op de kortste sprintafstand.

Na de eerste dag gaat Miho Takagi aan de leiding in het klassement. De 24-jarige Japanse won op overtuigende wijze de 500 meter (37,22) en eindigde op de drie kilometer als achtste (4.00,16). Sáblíkova staat tweede. Zondag moet De Jong op de 1500 meter een kleine drie seconden (2,95) goed maken op Takagi. Het gat met de Tsjechische bedraagt 0,07 seconde. Carlijn Achtereekte bezet na de eerste dag de vijfde plek.

"Ik wist dat Sáblíková in de derde bocht onderdoor zou komen. Ik dacht dat ik meekon, voelde me ook goed, maar ik raakte ze vandaag niet. Dat is zo frustrerend", baalde De Jong na afloop van haar 3000 meter. “Op de een of andere manier gaat er dan een knop om in mijn hoofd, waardoor alles op rood schiet. Dan denk ik: wat ben ik nou voor sukkel? Als ik rustig was gebleven, had ik er echt dichtbij gezeten."

"Maar goed, ik noteer met deze race een tijd van 3.58. Daar mag ik blij mee zijn. Toch is het zonde dat ik op de 3000 meter veel tijd verlies op Sáblíková. Ik sta nu derde in het algemeen klassement. Het wordt moeilijk. Ik ga me nu focussen op de 1500 meter en de vijf kilometer van morgen. Ik wil twee goede races neerzetten en dan zien we wat het waard is."

Foto: Stephan Tellier